Tips bij hoog fructaangehaltes in voorjaarsgras!
Koolhydraten
Onder invloed van het zonlicht zorgt fotosynthese in het gras voor de productie van glucose uit CO2, dit zorgt voor een piek van het suikergehalte in het gras in de namiddag. Met deze suikers kan de plant onder gunstige omstandigheden ’s nachts groeien waardoor het suikergehalte in de plant tegen de ochtend weer laag is. Deze fluctuaties in het suikergehalte van het gras zorgen ervoor dat ook het glucose- en insulinegehalte in het bloed van grazende paarden erg fluctueert. Frequente schommelingen kunnen bijdragen tot de ontwikkeling van insulineresistentie bij paarden, waardoor weefsels minder gevoelig worden voor de inwerking van insuline en de bloedglucosespiegels oncontroleerbaar worden. Het insulinegehalte zal op zijn beurt dan ook stijgen, in een poging om de glucosespiegel alsnog te optimaliseren. Verhoogde suiker- en insulinegehaltes zijn nefast voor het paard en kunnen leiden tot hoefbevangenheid.
Om dit te voorkomen is het belangrijk om bij het aanleggen van paardenweides, speciale grasmengsels voor paarden te gebruiken, met grassoorten met een laag suikergehalte. Bovendien is het weidemanagement erg belangrijk. De paarden kunnen de eerste dagen steeds een uurtje langer beweid worden en dit zoveel mogelijk ’s ochtends, wanneer het suikergehalte in het gras laag is.
Er dient rekening mee gehouden te worden dat wanneer de omstandigheden voor de groei van het gras ’s nachts niet optimaal zijn, bijvoorbeeld wanneer het te koud is of bij droogte, de opgeslagen suikers in het gras ’s nachts niet genuttigd kunnen worden. Daardoor zal de suikerconcentratie ook ’s morgens erg hoog zijn. Paarden die gevoelig zijn voor hoefbevangenheid of die lijden aan andere metabole aandoeningen dienen beschermd te worden tegen de uitzonderlijke hoge suikergehaltes met een graaskorf of door hen op te stallen.
Hoog vochtgehalte Naast het hoge suikergehalte heeft jong gras ook een hoog vochtgehalte. Paarden die een hele winter op stal gehouden werden en stro en hooi te eten kregen, zullen geleidelijk aan moeten wennen aan het jonge lentegras om te vermijden dat ze diarree ontwikkelen. Er wordt aangeraden om de paarden de eerste week slechts een uurtje te laten grazen. De duur van de weidegang kan nadien opgebouwd worden met een uurtje per keer. Dieren die van in het voorjaar 24uur per dag worden beweid, kunnen beschermd worden door het aanbrengen van een graaskorf.
Andere nuttige tips Naast een goed weidemanagement, kunnen volgende tips ook helpen om een vlotte overgang te maken van stal naar weide:
Hooi of stro voederen voor de paarden op de weide gaan: dit zorgt ervoor dat de vertering van het vochtrijke gras stabieler zal verlopen en dat het paard minder honger heeft.
Regelmatig ontwormen: om de infectiedruk op de weide te beperken, wordt aangeraden om alle paarden te ontwormen voor deze op de weide komen.
Laat het gras 2-3 weken groeien voordat de paarden buiten gaan, zodat het gras reeds kan rijpen.
Zorg ervoor dat de weides niet overbegraasd zijn: studies wijzen uit dat wanneer gras kan blijven groeien er minder koolhydraten opgeslagen worden. Bovendien zitten de fructanen in het gras opgeslagen in de basis, kort bij de grond. Indien de weide overbegraasd is, zullen de paarden gedwongen worden om deze fructaan-rijke delen van het gras ook af te grazen.