Met het einde van de zomer, wordt ook het weideseizoen weldra afgerond. Deze periode staat bij paardeneigenaars gekend als de opstalperiode. Paarden die in het voorjaar op de weide kwamen en de zomer er doorbrachten, worden, meestal van dag op dag, weer op stal gezet voor de winter. Deze wijziging in huisvesting kan een aantal problemen met zich meebrengen.
Er zijn een aantal aandachtspunten waar rekening mee gehouden moet worden: De aanpassing van het rantsoen dient gecontroleerd te gebeuren. Elke voederwijziging dient geleidelijk aan geïntroduceerd te worden om het spijsverteringsstelsel van het paard niet van slag te brengen. Gedurende een periode van 10 dagen kunnen de opgestalde paarden geleidelijk aan meer krachtvoer
Wanneer een paard steeds op de weide staat, wordt gemiddeld 80 kilogram gras opgenomen. De basis van het rantsoen, dient op stal ook hoofdzakelijk uit ruwvoer te bestaan. Goed kwalitatief, droog hooi is de beste vezelbron voor paarden. Beoordeel bij de keuze van het hooi de kleur en geur. Bij twijfel kan een ruwvoeranalyse de kwaliteit bevestigen. Er dient specifiek aandacht geschonken te worden aan stof. Natmaken of afspoelen kan uitkomst bieden om allergieën op de luchtwegen te vermijden. Het introduceren van voordroog kan best geleidelijk aan gebeuren. Het bijvoederen van hooi of voordroog op de weide kan de overgang van weide naar stal vergemakkelijken. Wanneer het paard op stal staat kan het hooi geleidelijk aan verder opgebouwd worden gedurende vijf tot tien dagen. Zorg er hoe dan ook voor dat uw paard steeds voldoende ruwe celstof kan opnemen.
Lannoo Fiber Mash, biedt hiervoor een gepaste aanvulling. Deze mash op basis van luzerne, lijnzaad, bietenpulp en chicoreipulp is graanvrij, licht verteerbaar, laag in suiker en zetmeel en zorgt voor een optimale werking van het darmstelsel. Tijdens de winter hebben vele paarden baat bij het verstrekken van Fiber Mash. De hoge gehaltes ruwe celstof garanderen voldoende aanvoer van goed verteerbare vezels, waardoor de darmwerking ondersteund wordt, het paard zijn body condition score aanhoudt en daarenboven ook zijn thermoregulatie op peil kan houden. In de natuur zullen paarden voor de winter een reserve aanleggen om door de koude wintermaanden door te komen. Tijdens de winter zullen de paarden dan weer op gewicht komen door het extra energieverbruik dat gepaard gaat met de thermoregulatie. Bij paarden die de neiging hebben om te veel te vermageren in de winter, kan het toevoegen van plantaardige olie aan het rantsoen een oplossing zijn om energie in hoge concentratie aan te brengen.
Het introduceren van stro dient bij het opstallen geleidelijk aan te gebeuren om koliek door obstructie te voorkomen. Het paard kan op een bodem van houtkrullen gestald worden en dagelijks een portie stro toegediend krijgen die dagelijks vergroot wordt. De combinatie met kwalitatief hooi en Fiber Mash, zal ervoor zorgen dat de transit optimaal blijft functioneren.
Door een verminderde beweging, krijgen paarden op stal wel eens last van vochtophoping in de onderste ledematen. Door regelmatig en afwisselend werk, in combinatie met vrije uitloop op een paddock of kleine weide, kunnen deze symptomen voorkomen worden. Ook wisselbaden met koud en warm water kunnen de circulatie in de benen bevorderen. Een te hoge eiwitopname door voordroog of krachtvoer, kunnen de ontwikkeling van stalbenen in de hand werken. Paarden die gevoelig zijn voor dit probleem, kunnen baat hebben bij droog hooi in plaats van voordroog. Daarnaast dient het eiwitgehalte in het krachtvoer beperkt te worden, dit kan bekomen worden door een deel van het rantsoen te vervangen door Lannoo Fibermix.
Wanneer paarden niet meer dagelijks op de weide lopen, zullen ruiters vaak het gevoel hebben dat het paard moeilijker opstart of strakke spieren heeft. Regelmatige beweging zonder overbelasting, kan deze problemen beperken. Een goed opgebouwde opwarming voor de training met regelmatige stappauzes en een goede cooling-down na het werk zijn hierbij cruciale aandachtspunten. Wanneer paarden regelmatig problemen van verzuring en strakke spieren vertonen, kan overgeschakeld worden op een krachtvoer met een laag suiker- en zetmeelgehalte zoals Lannoo Fibermix. Magnesium, vitamine E en vitamine C hebben eveneens een belangrijke rol bij het voorkomen van spierstijfheid.
Niet alleen het lichaam van het paard dient zich aan te passen aan de periode op stal, ook mentaal moet rekening gehouden worden met een aantal punten. Beperkte weidegang, eentonig werk en langdurig binnen staan, kan negatief inwerken op het gemoed van het paard. Regelmatige buitenritten, afwisselend werk en weidegang indien mogelijk kunnen hier een uitkomst bieden. Wanneer het paard opgestald is, kan hooi aangeboden worden in hooinetten of slowfeeders om de opnametijd te vergroten. Door de trage inname, zal het paard ook langer kauwen, waardoor meer speeksel aangemaakt wordt. Deze extra speekselvorming zal bovendien een extra bescherming zijn voor de maag. Voornamelijk wanneer het om zenuwachtige paarden gaat, met veel karakter, kan dit van cruciaal belang zijn om problemen met maag en darmen te voorkomen. Zorg verder voor een lichte en luchtige stal, eventueel met uitloopt, zodat de natuurlijke behoeftes van het paard qua licht en lucht zoveel mogelijk gedekt worden.
Bij de eerste koude, maken paardeneigenaars ook kennis met de eerste bokkesprongen van hun paard. Om blessures van paard en ruiter te voorkomen wordt aangeraden om paarden zoveel mogelijk gecontroleerd te laten bewegen en voor een goede opwarming te zorgen. Dit kan door middel van stapmolen, arbeid onder het zadel, buitenritten of vrije beweging op paddock of weide. Sommige paarden hebben baat bij verschillende beweginsrondes per dag.
In het geval van jonge paarden in loopstallen dient de beweging gegarandeerd te worden door het aantal paarden te beperken per oppervlakte-eenheid. Indien dit niet mogelijk is, kunnen de opgroeiende paarden een paar uur per dag op paddock of weides gezet worden. Beweging is primordiaal voor een goede ontwikkeling van botten en pezen. Daarnaast kan de groei ondersteund worden door een constante voeding, rijk aan goed verteerbare eiwitten en goed opneembare mineralen en sporenelementen zoals Lannoo Breeding Junior. Ook fokmerries dienen in de winter voldoende beweging, licht en lucht te krijgen. Op die manier zal de cyclus in het voorjaar tijdig op gang komen indien de merrie moet gedekt worden en zullen de veulens van drachtige merries zich goed ontwikkelen.
Dit overzicht van tips & trics zal ervoor zorgen dat het winterseizoen zo vlot mogelijk verloopt voor paard en ruiter!